

Maja Jantar heeft Pools roots, via haar man en dochter is er een band met IJsland. Wat leren die andere culturen haar over deze thema’s?
“Polen is het land waar ik geboren ben. Ik verhoud mij tot Polen als het land in de geschiedenis tot zichzelf. In de zin dat Polen soms gewoon afwezig was. Ik vind dit wel een interessante vraag. Eén van de thema’s waarmee ik bezig ben, is het concept van het moederland (mOTHERland). Wat zou dat kunnen zijn? Volgens mij is dat niet iets wat door grenzen wordt afgebakend. Het is eerder iets wat zich in de herinnering bevindt. Die herinnering kan in iets heel simpel zitten. Als ik pasta maak, strooi ik in een specifieke beweging met bloem. Die beweging verbindt mij met mijn grootmoeder. Dat heb ik haar duizenden keren zien doen. Het betekent voor mij thuiskomen. Het kan ook gaan over planten of bomen die ik heb gekend en ergens anders tegenkom. Moederland kan de klank zijn van iemands stem. Zo worden de grenzen heel fluïde. In het westen van IJsland liggen al jarenlang omgehakte bomen die uit Siberië komen, ze zijn meegevoerd door de stroom van de oceaan. Vroeger waren die bomen heel nuttig. Ze werden gebruikt als bouwhout. Nu liggen de bomen te verweren. Dat is voor mij een link met zoveel dingen. Dat gaat voor mij over migratie, over nuttig zijn en plots helemaal niet meer. Wat zien wij als waardevol? Ik zie ook een band met mijn familie die in de Tweede Wereldoorlog naar Siberië is gedeporteerd, net zoals honderdduizenden andere mensen. Op die andere plek waren ze wel nuttig voor de Russen. Daarom werden ze er na de oorlog langer gehouden, omdat het oogsttijd was. Later kwamen ze dan in het nieuwe Polen terecht. En zelf vind ik dan later Siberische bomen in IJsland. Dat is voor mij een teken dat alles met elkaar verbonden is. Alles kan een herinnering opwekken, een rode draad zijn en een pad vormen. Ik denk dat het bij rouwverwerking ook zo is. Je wordt geconfronteerd met een leegte, maar de kleinste rimpeling kan een trigger zijn om aan die persoon te denken.”